De vitaliteit van boomsoorten
Sinds 2017 wordt de vitaliteit (gezondheid) van boomsoorten in het Nederlandse bos bepaald. Loofbomen hebben gemiddeld genomen vaker een verminderde vitaliteit (‘slechtere gezondheid’) dan naaldbomen.
Schelhaas, M. J., Teeuwen, S., Oldenburger, J., Beerkens, G., Velema, G., Kremers, J., Lerink, B., Paulo, M. J., Schoonderwoerd, H., Daamen, W., Dolstra, F., Lusink, M., van Tongeren, K., Pruijsten, I., Scholten, T., Voncken, F., & Clerkx, A. P. P. M. (2022). Zevende Nederlandse Bosinventarisatie; Methoden en resultaten.
Door bijvoorbeeld droogte, ziekte, plaaginsecten of wildvraat kan de vitaliteit van bomen verslechteren. Denk bijvoorbeeld aan aantasting van fijnspar door de bastkever (letterzetter, 20% niet vitaal) en es door de essentaksterfte (71% niet vitaal). Door klimaatveranderingen staan steeds meer boomsoorten onder druk en vertonen zij vaker tekenen van een slechte vitaliteit. Gemiddeld genomen had tijdens de NBI-7 (2017-2021) 15% van de loofbomen een verminderde vitaliteit tegenover 10% van de naaldbomen.